Inspiratie

Groeiwijzer van Eetexpert

Eetexpert stelde een interessante samenvatting op, een groeiwijzer. Je vindt er, per leeftijdscategorie, informatie over terug over het eetgedrag van je kroost.

Eetexpert.be vzw is een kenniscentrum in verband met eet- en gewichtsproblemen. De missie van Eetexpert.be is de volksgezondheid te verbeteren op het vlak van eten, bewegen en gewicht. Speciale aandacht gaat naar de diverse problemen (ziekten, aandoeningen) in verband met eten en gewicht alsook alle biopsychosociale factoren die hiermee samen kunnen hangen. Het is een kenniscentrum voor de overheid, hulpverleners, organisaties en personen die met deze problemen te maken hebben. Onze expertise is gericht op preventie, hulpverlening, vorming, onderzoek en beleid.

Hier vind je de link om het document te downloaden.

De groeiwijzer: wat en waarom?

Eetexpert vzw (Vlaams kenniscentrum voor eet- en gewichtsproblemen) heeft een ‘Groeiwijzer’ gelanceerd rond de ontwikkeling van smaakvoorkeuren en eetgedrag bij kinderen en jongeren. Deze kennisupdate kwam er op vraag van Vlaamse hulpverleners die werken rond eet- en gewichtsproblemen, en werd tot stand gebracht met steun van de Vlaamse Overheid.

Er wordt het normaal ontwikkelingstraject van eetgedrag bij kinderen en jongeren beschreven, inclusief de normale ‘strubbelingen’. Heel wat (groot)ouders en andere zorgfiguren stellen zich namelijk vragen over het eetgedrag van hun kind. Moet mijn kind zijn fles leegdrinken of bord leegeten? Eet mijn kind niet teveel of te weinig? Waarom lust mijn kind opeens zo weinig? Hoe kan ik mijn kind aanmoedigen om te proeven en meer groenten en fruit te eten? Hoe vermijd ik dat mijn kind te veel snoept, of zich laat meeslepen door strenge diëten en schoonheidsidealen?

Hoeveel heeft mijn kind nodig?

Een baby groeit heel sterk in het eerste levensjaar. Na het eerste levensjaar komen kinderen nog ongeveer 1 à 2 kg per jaar bij. De energiebehoefte van het jonge kind (peuter/kleuter) is dus kleiner dan deze van de baby, en dit kan bezorgdheid oproepen bij ouders dat het kind te weinig eet. Het is heel belangrijk om in gedachten te houden dat ouders en kinderen een gedeelde verantwoordelijkheid hebben rond eten: de ouder beslist welk voedsel wordt aangeboden, maar het kind beslist hoeveel het eet. Baby’s en jonge kinderen hebben namelijk een goed afgestemd regulatiesysteem: ze eten uit honger en stoppen met eten als ze voldoende energie hebben opgenomen. De fles leegdrinken of het bord leegeten hoeft dus niet. Heeft het kind nog honger? De ouder beslist met welke voedingsmiddelen het kind zijn buikje kan vullen. Vanaf peuterleeftijd leert het kind ook dat het niet meer op elk moment van de dag kan eten. Het buikje wordt gevuld tijdens eetmomenten, en kan dan enkele uren rusten. Een regelmatig eetpatroon bestaat uit 3 hoofdmaaltijden en 2 à 3 tussendoortjes. Jongeren hebben dan weer een sterkere energiebehoefte. Het eetpatroon blijft behouden, maar de porties mogen toenemen.

Hoe help ik mijn kind om veel smaken lekker te vinden?

De eerste anderhalf à twee levensjaren aanvaardt het kind vrij gemakkelijk nieuwe smaken. Eén à twee keer proeven, en het volgende hapje wordt met plezier onthaald. Dit verandert rond 2-jarige leeftijd. Voedsel dat voordien zonder problemen werd gegeten, stuit nu op een ‘nee’. En dit heeft niet enkel met de koppigheidsfase te maken. De peuter is neofoob of bang om voedsel te proeven dat hij niet herkent. Zijn herkenning is gebaseerd op een strak keurslijf van hoe een voedingsmiddel er volgens hem hoort uit te zien. Vervelend voor ouders die hun kind een evenwichtige en gevarieerde maaltijd willen aanbieden, maar tegelijk ook heel ‘slim’. Het kind kan op deze leeftijd namelijk zelfstandig rondlopen en zo zelf de wereld te verkennen, en door de hoge neofobie loopt de onderzoekende peuter minder risico om iets giftigs te eten. Dit neemt natuurlijk niet weg dat een veilige omgeving nog steeds onmisbaar is. In deze fase zal het kind de ‘nieuwe’ smaak pas na vele keren proeven ook lekker vinden. Hierbij is het essentieel dat het kind niet misselijk wordt na het proeven. Het kind leert voedsel best kennen in zijn normale of basisbereiding, niet zoeter of vetter. Anders wordt het nadien veel moeilijker om de basissmaak te leren eten.

Hoe kan ik proeven en evenwichtig eetgedrag bij mijn kind stimuleren?

Een belangrijke valkuil is druk zetten op een kind dat niet wil proeven. Het kind kan zelfs een afkeer ontwikkelen voor dat eten. Anderen met smaak hetzelfde zien eten, een gezellige tafelsfeer, een complimentje krijgen bij het proeven, een leuke presentatie,… werkt veel beter. En beetje bij beetje breidt het smakenpallet van het kind zich uit. Een beloning geven om te proeven is doorgaans niet nodig, en belonen met een dessert wordt afgeraden. Het effect is namelijk dat kinderen het dessert nóg lekkerder gaan vinden, en het nieuwe voedsel net mínder graag lusten. Een dessert kan wel deel uitmaken van de maaltijd, maar wordt beter niet gebruikt in het kader van beloning of straf.

Het leeuwendeel van de kinderen (en volwassenen) eet onvoldoende groenten en fruit. Fruit is nog iets populairder dan groenten dankzij de zoetere smaak, maar trucjes om kinderen grotere porties groenten en fruit te helpen eten zonder hen onder druk te zetten zijn geen overbodige luxe. Verschillende soorten tegelijk aanbieden, waardoor het kind zowel variatie als keuze heeft, stimuleert grotere porties. Een bord soep of kom rauwkost aanbieden als voorgerecht of tussendoortje, apart van andere voedingsmiddelen die ze liever eten en vóór de maag gevuld is, is ook een handig trucje.

Hoe kan ik vermijden dat mijn kind teveel snoept?

Jonge kinderen eten enkel als ze honger hebben. Als het kind ouder wordt, verandert dit. Ze worden meer en meer verleid om te eten als ze iets lekkers zien of ruiken, ook al is hun buikje al vol. In onze moderne maatschappij worden we voortdurend blootgesteld aan lekkere snacks. We kunnen proberen onze kinderen hiervoor af te schermen, maar het is op lange termijn zinvoller als ze leren omgaan met deze verleidingen. Snoep, chips, frisdrank,… verbieden maakt deze voedingsmiddelen alleen maar aantrekkelijker. Je kan kinderen leren dat deze extraatjes horen bij speciale gelegenheden en dat we ze niet in overvloed moeten eten. Het helpt ook om de calorierijke snacks uit het zicht te bewaren, en niet te veel verschillende soorten in huis te halen. We houden namelijk van afwisseling. We eten meer als we veel verschillende voedingsmiddelen aangeboden krijgen. En dit geldt ook voor ons snoepgoed (bedenk maar eens hoeveel verschillende soorten chocolade er op de markt zijn). Als er maar één soort snoepje in huis is, gaan kinderen hier minder van eten.

Hoe stimuleer ik een gezond lichaamsbeeld?

Heel wat kinderen maken zich in de lagere school al zorgen over hoeveel ze wegen en hoe hun lichaam eruit ziet, en dit neemt sterk toe bij jongeren. Dit zijn meestal geen ‘eetstoornissen-in-spe’, maar deze bezorgdheden vragen wel om een gezonde houding van de omgeving. Ouders, leerkrachten en andere rolmodellen kunnen jongeren helpen door zichzelf niet te vergelijken met sterren uit modeblaadjes, kritisch te staan tegenover idealistische mediavoorstellingen, en te benadrukken dat de waarde van een persoon uit veel meer bestaat dan zijn uiterlijk. Een gezond zelfbeeld bestaat dan ook uit verschillende aspecten (school, sport, interesses…). Door deze verschillende aspecten te stimuleren, loopt de jongere minder risico om zijn zelfwaardegevoel grotendeels van zijn uiterlijk te laten afhangen.

 

Meer inspiratie

Geen berichten

Voeg een bericht toe